Overzicht per decennium in essays en interviews van ontwikkelingen in de Nederlandse taal in de twintigste eeuw.

... en alle andere ergerlijke, enge, lelijke, belachelijke woorden van deze tijd. Alfabetische lijst van woorden waarvan het gebruik de spreker diskwalificeren als serieuze gesprekspartner.

Verklarende woordenlijst.

Causerie over curieus hedendaags taalgebruik op het werk.

Wat hebben golfers met juristen gemeen? En wetenschappers met zeilers? En waarom tref je muziekliefhebbers aan in de buurt van liefhebbers van paardendressuur? Dit boek geeft op deze en tal van andere vragen een antwoord. Het maakt de alomtegenwoordigheid en noodzaak duidelijk van terminologie, van vaktaal. Vaak maken wij van vaktermen gebruik, zij het onbewust, omdat het nu eenmaal onbegonnen werk is over dingen te praten waarvoor je geen naam hebt. Daarom ook is het belangrijk dat wij op alle domeinen en in alle situaties de dingen een naam kunnen geven. Niet alleen wiskundigen en zeilers, maar ook juristen, golfspelers, muziekliefhebbers, schakers, economen, vrouwen, mannen die van kokkerellen houden, enz. enz. In dit boek lichten dertig Bekende Nederlanders en Bekende Vlamingen, onder wie Kristien Hemmerechts, Ionica Smeets, Hans Dorresteijn en Jean Paul Vanbendegem, op een onderhoudende wijze hun relatie met vaktaal toe.

This book is designed so that writers, teachers, and students can begin to incorporate the insights of linguistics into their study of communication and writing. It has two main purposes. One is to demystify some of the most worthwhile and powerful linguistic theories that illuminate written discourse. Basic linguistic principles and theories are outlined. The primary purpose is to present a way in which these theories can be developed into practical techniques and methods for dealing with the writing and editing of texts. Oriented toward userspeople who are seeking methods to improve their writingthe book contains numerous examples and exercises. Topics covered: the linguistic study of language; the cognitive processing of information; using non-traditional grammars; achieving cohesion and coherence; creating global coherence through macrostructures; and the pragmatic and sociolinguistic parameters of written communication.

Now frequently anthologized, Zora Neale Hurston's short story Sweat was first published in Firell, a legendary literary magazine of the Harlem Renaissance, whose sole issue appeared in November 1926. Among contributions by Gwendolyn Bennett, Countee Cullen, Langston Hughes, and Wallace Thurman, Sweat stood out both for its artistic accomplishment and its exploration of rural Southern black life. In Sweat Hurston claimed the voice that animates her mature fiction, notably the 1937 novel Their Eyes Were Watching God; the themes of marital conflict and the development of spiritual consciousness were introduced as well. Sweat exemplifies Hurston's lifelong concern with women's relation to language and the literary possibilities of black vernacular.

This casebook for the story includes an introduction by the editor, a chronology of the author's life, the authoritative text of Sweat, and a second story, The Gilded Six-Bits. Published in 1932, this second story was written after Hurston had spent years conducting fieldwork in the Southern United States. The volume also includes Hurston's groundbreaking 1934 essay, Characteristics of Negro Expression, and excerpts from her autobiography, Dust Tracks on a Road. An article by folklorist Roger Abrahams provides additional cultural contexts for the story, as do selected blues and spirituals. Critical commentary comes from Alice Walker, who led the recovery of Hurston's work in the 1970s, Robert Hemenway, Henry Louis Gates, Gayl Jones, John Lowe, Kathryn Seidel, and Mary Helen Washington.

Cultuurfilosofische causerie over aspecten van de taal.

For beginners and advanced students, for study or reference ... at home or in the classroom.

Van de vijftiende tot in de zeventiende eeuw schreven rederijkers vlammende pleidooien voor hun kunst, de retorica. Hun dichterschap had zelfs een goddelijke status: aanvankelijk stelden zij hun kunst in dienst van de rooms-katholieke kerk. Met de komst van de reformatie veranderde de mening van de kerk: ze werden zelfs door de rooms-katholieken vervolgd. Overzicht van hun rol, hun opkomst en ondergang, en van de relatie tussen literatuur, religie en maatschappij.

De invloed van andere talen op het Nederlands

Aziatische spreekwoorden en zegswijzen over vrouwen

Talen zijn er bij de vleet, al is hun aantal dalende. De meeste, variërend van het Arabisch via Oud-Grieks en Tamil tot ongeschreven mini-taaltjes die door niet meer dan een paar duizend mens en in een Kaukasisch dal of een stukje inheems Irian Jaya worden gesproken, vallen in academisch Nederland onder het domein van de Kleine Letteren. Klein betekent hier dat er verhoudingsgewijs maar weinig onderzoekers zijn die zich aan de universiteit met de studie van zo'n taal en de bijbehorende cultuur bezighouden. Wie een dialect uit de Himalaya bestudeert, mag blij zijn als hij wereldwijd een paar collega's heeft. Wat is er aantrekkelijk aan Chinees, aan talen uit Oost-Afrika, aan IJslands, aan indianentalen, aan Koerdisch of Armeens? Wat brengt mensen ertoe zich met Kleine Letteren bezig te houden? Is het nieuwsgierigheid? Het plezier in taal? De drang naar onderzoek? Het willen vergelijken en duiden van talen die op het punt van verdwijnen staan? In dit boek komen deze vragen aan bod.

Alles wat je altijd al wilde weten over de 'Dikke Van Dale'. De redactie van de 'Dikke Van Dale' krijgt veel vragen: wie bepaalt of een woord wel of niet in de Dikke Van Dale wordt opgenomen? Gaan er weleens woorden uit? Neemt Van Dale ook schuttingtaal op? En waarom staat een woord als kikkervet er juist níet in? In dit boek worden dergelijke vragen van taalliefhebbers beantwoord. Hoofdredacteur Ton den Boon biedt een kijkje achter de schermen van de nieuwste editie: van inhoud en vormgeving tot de laatste digitale ontwikkelingen.

Causerietjes over plaatselijke uitdrukkingen waarin een persoonsnaam verwerkt is.

Verzameling zelfbedachte woorden voor intern gebruik op de werkplek.

Kees van Kooten en Wim de Bie en hun invloed op het Nederlands

Wat heeft ladderzat met een ladder te maken? Waarom heet een verdieping niet een "verhoging"? Heeft er ooit een Aagje bestaan die heel nieuwsgierig was? Wie was dat dan? En waar zitten je "lurven"? Deze en 96 andere vragen worden beantwoord in het boekje 'Waar komt pindakaas vandaan?' Het is gemaakt door het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) en het Genootschap Onze Taal. Ze bundelen hierin hun grote kennis op het gebied van woorden - én vooral ook hun ervaring in het helder en toegankelijk presenteren daarvan."