De verzorgingsstaat is het resultaat van een eeuwenlange ontwikkeling die zich in vele westerse landen op overeenkomstige wijze heeft voltrokken. In dat proces zijn collectieve arrangementen gevormd om tegenslagen en tekorten te bestrijden die mensen afzonderlijk troffen.
Door statenvorming, marktvorming en industrialisering raakten grotere aantallen mensen sterker op elkaar aangewezen. De tekorten en tegenslagen van sommigen benadeelden daarom steeds vaker ook anderen die zelf niet rechtstreeks getroffen waren: verpaupering bracht de openbare orde in gevaar, epidemieën bedreigden ook de gezonden, en alfabeten werden hun geschoolde medeburgers tot last. Telkens wanneer de gevestigde groepen in de samenleving zich bedreigd of benadeeld achtten, probeerden zij door onderlinge collectieve actie hun positie te beschermen. Maar voor een effectief collectief optreden was overheidsdwang vereist en een eenheidsbeleid voor het gehele grondgebied. In die dynamiek ontstonden de nationale, dwingende en collectieve verzorgingsarrangementen van vandaag.
De verzorgingsstaat is door en door verweven met de moderne, democratisch-kapitalistische samenleving en wordt zo gauw niet afgebroken. Niettemin stuit het verzorgingsstelsel, na een fase van expansie, nu binnenlands op de grenzen van staatsreglementering en in mondiaal verband op de beperkingen van de internationale economie.