Historisch-antropologische beschrijving van het vuur als civilisatieproces.

Bijdragen over de godsdienstige en polemologische achtergronden van religieus geïnspireerde oorlogen van de oudtestamentishe tijd tot nu.

Het idee dat schrijvers politiek betrokken moeten zijn bij de samenleving heeft veel slechte romans en verhalen opgeleverd. Des te boeiender is de schrijver die dit idee aan zijn laars lapt maar wiens betrokkenheid niettemin van de pagina's spat. De Amsterdammer Fouad Laroui is zo'n schrijver: hiervan kan men zich met 'De uitvinding van God en andere verhalen' vergewissen. Het zijn niet de onschuldige thema's die Laroui in de gecondenseerde vorm van het korte verhaal aan de orde stelt: godsdienst en kwezelarij, hoe te overleven in een corrupte staat, het immigrantenbestaan, de vervreemding van je land van herkomst, de passieve tegenwerking van je integratie in je nieuwe thuisland door de oorspronkelijke bewoners. En al lijkt onze wereld vaak op een gekkenhuis waar onterecht en onverschilligheid troef zijn, Laroui gaat hem te lijf met een betrokkenheid, die nooit zwaar op de maag ligt. Zijn wapen: een lichtvoetige, flonkerende pen, gedoopt in humor met een vleugje weemoed.

Mensen blijven verlangen naar een plek op aarde war vrede, geluk en vooral mooi weer, ruisende golven, prachtige stranden, koele bossen, vriendelijke schepsels en dieren om mee te spelen, voorhanden zijn. Wij hunkeren naar een koninkrijk waar het leven perfect is. Op papier is alles mogelijk, helaas speelt de waan van de dag zich in een andere werkelijkheid af.
Over deze hooggestemde idealen, dromen en verwachtingen gaat dit boek. Wij probeerden toch met beide benen dichtbij de grond te blijven. Op weg naar Utopia en de streken vlak voor, aan en achter de horizon. Het schip van verlangen lag afgemeerd in een verwachtingsvolle haven. Scheepstoeters bliezen hun sirenengezang en op volle zee op weg naar onbekende verten verstomde als bij toverslag het geraas van de drukke wereld.

Hij zwart, zij blank. Getrouwd uit passie, gescheiden uit pure liefde. Want liefde overwint alle kleuren. Ik bin swart van boeten, maor mooi van binnen. En you Hengeler bint mooi van boeten, maor pikswart van binnen. (Joseph Sylvester - Menthol)

Amsterdam, 1925. Joseph Sylvester, bijgenaamd Menthol, komt na een jarenlange zwerftocht aan in de hoofdstad van Nederland. Gevlucht voor de uitzichtloze situatie in zijn geboorteland Saint Lucia en voor de rassenhaat en het geweld van de Ku Klux Klan in Amerika. Een vlucht naar de vrijheid. Hij verdient zijn brood op markten met zijn Babajaba tandpasta, dat hij aanprijst als ‘het natuur geheim van het zwarte ras’. Daarmee trekt hij het hele land door. Complete steden en dorpen lopen uit. Menthol leert Nederland tandenpoetsen. Roosje Borchert is een vrijgevochten dame van stand en staat als mannequin bekend als het mooiste meisje van de stad. Als zij Joseph tegenkomt is het liefde op het eerste gezicht. Hij zwart, zij blank. Een schier onmogelijke combinatie in de jaren twintig van de vorige eeuw. Maar het paar trotseert alles en iedereen en trouwt. Zij gaan wonen in een provinciestad waar nog nooit eerder iemand een zwarte man heeft gezien. Twaalf jaar later breekt de oorlog uit. Opnieuw dreigt Joseph’s vrijheid te worden aangetast. Het echtpaar besluit te scheiden, uit pure liefde voor elkaar. En dat is maar goed ook…

De meeste mensen menen dat de nationale staat een product is van de Late Verlichting, of van de Franse Revolutie, of zelfs van het begin van de negentiende eeuw. In dit boek wordt aangetoond dat de nationale staat al in de dertiende en viertiende eeuw ontstond, en in Engeland en Denemarken zelfs nog eerder

De dochters van Khadija is tot stand gekomen dankzij een reeks gesprekken die Sytze van der Zee voerde met onder anderen de vier mensen die in dit boek worden opgevoerd als cafetariahouder en de drie Marokkaanse meisjes.Tussen de man en de meisjes is een soort haat-liefde verhouding ontstaan, waarbij hij zich min of meer als hun beschermer opwerpt. Op het moment dat de moeder van een van de meisjes dodelijk verongelukt en een ander tegen haar zin wordt uitgehuwelijkt, springt hun baas voor hen in de bres.Tijdens de pauzes voeren werkgever en werknemers verhitte discussies over de islam, het dragen van de hoofddoek, de hijab, de niqaab en de politieke nalatenschap van Pim Fortuyn. Hoewel ze het nooit met elkaar eens worden, gaat het leven gewoon verder. Diep in zijn hart weet de baas dat de meisjes heel wat gemotiveerder zijn dan de meeste Nederlanders die nog in de buurt wonen.

Terwijl de westerse leiders na de Eerste Wereldoorlog in Parijs een vredesverdrag opstelden dat het Duitse militarisme afstrafte en 'de wereld zou veiligstellen voor de democratie', was alweer een nieuwe oorlog begonnen: die tegen het terrorisme. Het grote kwaad was nu het bolsjewisme, ideologie uit de Russische burgeroorlog, die vanaf 1917 stormenderhand het wereldtoneel veroverde. De geallieerde pogingen om de bolsjewistische dreiging binnen Rusland aan de bron te vernietigen, waren omstreden en bleven zonder succes: ze betekenden uiteindelijk vooral gratis propaganda voor de bolsjewieken in hun strijd tegen de westerse kapitalistische samenzwering. De schok van de Russische omwenteling deed zich al snel overal in de wereld voelen. In Duitsland, Hongarije en de Baltische staten braken bloedige revoluties en nog bloediger contrarevoluties uit; de rest van de wereld raakte verlamd door massale stakingen, rellen en terroristische bomaanslagen. Een golf van hysterie raakte wereldwijd aan de wortels van het ideaal van de vrije en democratische samenleving.

I always get my sin is een vermakelijke bloemlezing van fouten die Nederlanders maken als zij Engels spreken. Het geeft een hilarisch beeld van het taalgebruik van onze Nederlandse ministers, state secretaries en top hotemetotes. I always get my sin is samengesteld door Maarten H. Rijkens. Als directeur bij Heineken heeft hij jarenlang te maken gehad met Nederlanders die Engels spreken.

Hoe gaan allochtone Nederlanders om met de dood, hun eigen dood, die van anderen, die van degenen die net zo zijn als zij en van degenen die niet net zo zijn als zij? De jaren gaan voorbij, de eerste generatie verdwijnt geleidelijk. Uit het Rifgebergte of Anatolie of van overzee gekomen om haar arbeidskracht te verkopen in de mijnen of de fabrieken in Nederland, begint die nu terug te stromen, als een golf die in schuim is uiteengespat, die alles gegeven heeft en alleen nog maar weg hoeft te wezen. Of zoals die Kollumer kat bij Lewis Carroll die geleidelijk verdwijnt, alleen zijn grijns blijft nog een poosje hangen, terwijl de rest al weg is. Ze verdwijnen. We hebben ze nauwelijks gekend. Het is nu tijd om een requiem te componeren voor die eerste generatie buitenlanders in Nederland.

Met bijdragen van Kader Abdolah, Abdelkader Benali, Halil G r, Henna Goudzand Nahar, Rashid Novaire, Ellen Ombre, Ibrahim Selman, Vamba Sherif en Fouad Laroui (samenstelling).

In de discussies over de reorganisatie van de overheid lijkt het alsof de bewaking van de systemen van bestuur en beleid slechts is voorbehouden aan organisatiekundigen, staatsrechtgeleerden of politici die van buitenaf bestuur en beleid in het gareel trachten te houden. Het is veeleer in de eerste plaats het terrein van de directe beleidsactoren zelf die zich, intuïtief of meer bewust, in hun gedrag laten leiden door de voor hun functies wezenlijke gedragsregels en die steeds opnieuw aan de structuur en processen van bestuur en beleid vorm geven. Dat is het centrale thema van Bestuur en beleid van binnenuit. Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel zijn opstellen opgenomen over algemene onderwerpen van bestuur (de vormgeving van de overheid, de beleidsintegrerende functie van het ministerie van Algemene Zaken, het burgerschap van ambtenaren, en advieslichamen). Het tweede deel bevat analyses van beleid ten aanzien van maatschappelijke vraagstukken, zoals welzijnsbeleid, arbeidsvoorziening en onderwijsbeleid. Bij de behandeling van de verschillende onderwerpen krijgen vooral institutionele ontwikkelingen aandacht en worden vergelijkingen met het verleden getrokken.

De historische aandacht voor toverij in Europa houdt meestal op bij de criminele vervolging ervan. Alleen ui de verzamelingen van volkskundigen kan worden opgemaakt dat ook in Nederland de geschiedenis van toverij doorloopt tot in een nabij verleden, met toverijbetichtingen en bloeiende praktijken van onttoveringsspecialisten.

This illustrated and light-hearted volume tells the history of the tradition of pretence and rebellion through the remarkable stories of many individuals who have pictured themselves as kings, queens or presidents. Beginning with Greek and Roman pretenders, such as the Roman governor Posthumus who declared imself emperor in AD 260, the authors discuss the circumstances that have produced imposters and the means that they have used to cling to power or keep their hopes alive. More recent pretenders include usurper Henry IV, various Stuarts, a line that still produces `heirs' today, and numerous European claimants, including the famous case of Anna Anderson or Grand Duchess Anastasia.

Great Commanders of the Modern World is a sumptuous chronological survey of the 25 greatest commanders of the modern world. Compiled by an distinguished team of historians (including such names as Antonia Fraser, Saul David and Stephen Brumwell) working under the general editorship of Andrew Roberts, Great Commanders of the Modern World is an authoritative and beautifully illustrated account of the lives and careers of the 25 greatest military commanders of the period. Every commander is profiled in a concise and informative 3000-word article which not only brings its subject vividly to life via a lively, fact-driven narrative, but also analyses and assesses his tactical and strategic gifts.

As accessible and informative as it is rigorous and scholarly, Great Commanders of the Modern World is the perfect introduction to its subject for the layperson - but also a stimulating and thought-provoking read for those with greater knowledge of military history. With its companion volumes, focusing on the great commanders of the ancient, medieval and early modern eras, it forms an indispensable guide to the greatest generals the world has seen.

What qualities made the Duke of Wellington a strategic genius? How did Oliver Cromwell, a gentleman farmer create an army that overthrew a king and changed the course of British history? Why was Simón Bolívar able to overcome early reverses to become the greatest figure in the Latin American struggle against Spanish colonialism?

The answers to these and a myriad other fascinating questions can be found in Great Commanders of the Early Modern World, a sumptuous chronological survey of the 25 greatest commanders of the early modern world. Compiled by an distinguished team of historians (including such names as Antonia Fraser, Saul David and Stephen Brumwell) working under the general editorship of Andrew Roberts, Great Commanders of the Early Modern World is an authoritative and beautifully illustrated account of the lives and careers of the 25 greatest military commanders of the period, from the Duke of Marlborough to Napoleon Bonaparte, from Robert Clive to Carl von Clausewitz, and from Frederick the Great to Shaka Zulu. Every commander is profiled in a concise and informative 3000-word article which not only brings its subject vividly to life via a lively, fact-driven narrative, but also analyses and assesses his tactical and strategic gifts.

As accessible and informative as it is rigorous and scholarly, Great Commanders of the Early Modern World is the perfect introduction to its subject for the layperson - but also a stimulating and thought-provoking read for those with greater knowledge of military history. With its companion volumes, focusing on the great commanders of the ancient, medieval and modern eras, it forms an indispensable guide to the greatest generals the world has seen.

Deze kroniek laat u kennismaken met de roemruchte Portugese en Hoogduitse joden in de Gouden Eeuw en met de rol van de joden bij de opbouw van de moderne staat; hij vertelt ook over het dramatische lot van de joden tijdens de holocaust en de wonderbaarlijke opleving na de oorlog. Het eerste gedeelte van Pinkas beoogt een beknopt overzicht te geven van de geschiedenis en cultuur van de joodse gemeenschap in Nederland, vanaf de Middeleeuwen tot de huidige tijd; hierin staat Amsterdam centraal. Het tweede deel bestaat uit een lexicon van alle gemeenten waar ooit een zelfstandige joodse gemeente is geweest - en dat zijn er bijna tweehonderd.
Uitvoerige literatuurverwijzingen, demografische gegevens, kaarten en een register zorgen ervoor dat zowel de algemeen geïnteresseerde leek, de amateur-onderzoeker als de wetenschapper altijd naar Pinkas zal grijpen.

Sophie Kasiki werkt als sociaal werker in Parijs als drie kennissen naar Syrië vertrekken om zich aan te sluiten bij IS. Wanneer Sophie ze via Facebook tot inkeer probeert te brengen, raakt ze in de ban van hun prachtige verhalen over het paradijs Syrië. Zonder haar man in te lichten reist ze de jongens achterna. Ze neemt haar vierjarige zoontje mee. Eenmaal aangekomen moet ze haar paspoort afstaan, zich van top tot teen sluieren en het contact met haar familie verbreken. Een angstaanjagende tijd breekt aan, waarin Sophie haar fout inziet en wanhopig aan de barbaren van IS probeert te ontsnappen.

Why does one's concept of the medieval church have a direct bearing on one's attitude toward ecumenism? How was Europe evangelized? Why is it essential to understand the different relationships of church-to-state between the West and Byzantium in order to understand the church's role in Eastern culture today? What common practices of public worship and personal piety have their roots in the medieval church? The Medieval Church: From the Dawn of the Middle Ages to the Eve of the Reformation addresses these questions and many more to demonstrate the pervasive influence of the past on modern piety, practice, and beliefs. For many years the Medieval period of church history has been ignored or denigrated as being the "dark ages," an attitude fostered by Enlightenment assumptions. Yet not only does this millennium provide a bridge to the early church, it created modern Europe and its nations, institutions, and the concept of Christendom as well. The Medieval Church, written in an easily accessible style, introduces the reader to the fascinating interplay of authority and dissent, the birth and development of doctrinal beliefs, the spirituality of the common person, and the enduring allure of Christian mysticism. The Medieval Church is a companion to The Early Church: Origins to the Dawn of the Middle Ages by E. Glenn Hinson and The Modern Church: From the Dawn of the Reformation to the Eve of the Third Millennium by Glenn Miller.

Een pianist in een vluchtelingenkamp in Damascus speelt tussen de puinhopen van de oorlog op straat, om mensen hoop te geven.

Columns waarin een aantal misstanden in de maatschappij op humoristische wijze aan de kaak worden gesteld

Amazonia and Melanesia are half a world in distance, yet their cultures bear similarities in the areas of sex and gender. In both Amazonia and Melanesia, male-female differences infuse social organization and self-conception. They are the core of religion, symbolism, and cosmology, and they permeate ideas about body imagery, procreation, growth, men's cults, and rituals of initiation. The contributors to this innovative volume illuminate the various ways in which sex and gender are elaborated, obsessed over, and internalized, shaping subjective experiences common to entire cultural regions, and beyond. Through comparison of the life ways of Melanesia and Amazonia the authors expand the study of gender, as well as the comparative method in anthropology, in new and rewarding directions.

Historians have conventionally viewed intellectual and artistic achievement as a seamless progression in a single direction, with the Renaissance, as identified by Jacob Burckhardt, as the root and foundation of modern culture. But in this brilliant new analysis William Bouwsma rethinks the accepted view, arguing that while the Renaissance had a beginning and, unquestionably, a climax, it also had an ending.

Examining the careers of some of the greatest figures of the age--Montaigne, Galileo, Jonson, Descartes, Hooker, Shakespeare, and Cervantes among many others--Bouwsma perceives in their work a growing sense of doubt and anxiety about the modern world. He considers first those features of modern European culture generally associated with the traditional Renaissance, features which reached their climax in the late sixteenth and early seventeenth centuries. But even as the movements of the Renaissance gathered strength, simultaneous impulses operated in a contrary direction. Bouwsma identifies a growing concern with personal identity, shifts in the interests of major thinkers, a decline in confidence about the future, and a heightening of anxiety.

Exploring the fluctuating and sometimes contradictory atmosphere in which Renaissance artists and thinkers operated, Bouwsma shows how the very liberation from old boundaries and modes of expression that characterized the Renaissance became itself increasingly stifling and destructive. By drawing attention to the waning of the Renaissance culture of freedom and creativity, Bouwsma offers a wholly new and intriguing interpretation of the place of the European Renaissance in modern culture.

Ex-priester en journalist Christian van der Heijden was voor omroep RKK drie weken in Rome, vanaf het spektakel van het afscheid van paus Benedictus XVI tot aan de inauguratie van paus Franciscus. In deze kroniek doet hij verslag van de mediagekte rond de pauswissel, van de bijeenkomsten van de kardinalen en van het verrassende aantreden van de Argentijnse jezuïet Jorge Bergoglio als de nieuwe bisschop van Rome. Verder een portret van Franciscus en een analyse van zijn eerste optredens.

Biografie van de meest gezochte man ter wereld.

Essays over de rol van boeken en literatuur bij het bevorderen van tolerantie.

Het traditionele kerngezin (twee volwassenen van verschillende sekse, die samenleven en samen kinderen hebben die door hen beiden verwekt zijn) spreekt steeds minder mensen aan. Er wordt druk geëxperimenteerd met nieuwe vormen van samenwonen en -leven. Saskia Knaven schreef een inzichtelijk boek voor iedereen die op zoek is naar een gezinsstructuur en -cultuur die recht doet aan zijn of haar individuele leefomstandigheden. Ze ontrafelt hardnekkige mythen, stelt indringende vragen en geeft talrijke voorbeelden, die mede het antwoord bepalen op de vraag: welke gezinsvorm is voor mij het meest geschikt? Het boek heeft een overzichtelijke opbouw en voert de lezer stap voor stap door het grillige landschap van het moderne gezin.

Knavens eerste boek, Regel zelf je scheiding, beschrijft het proces van scheiden, met als doel een beter leven voor alle betrokkenen na de scheiding. Dit nieuwe boek beoogt veeleer (nieuwe) scheidingen te voorkomen, door het scheppen van relaties en gezinnen waarbij de liefde de kans krijgt om de complexiteit en de hectiek van ons 21ste-eeuwse leven te overleven.