'Altijd trek' is het eerste boek van Den Blijker dat zich niet alleen richt op de thuiskok, maar ook op de tv-kijkers die Herman willen zien. Met de vele stoere foto’s kan de lezer een dag meereizen met de beroemdste tv-kok van Nederland. Herman is altijd onderweg en blijft nergens lang hangen. Intussen eet, proeft, drinkt en kookt hij, en natuurlijk geeft hij zijn nieuwste recepten weer prijs. Alle recepten komen in twee vormen: de snelle en gemakkelijke (voor de beginner) en de uitgebreide versie (voor de hobbykok). Zo is 'Altijd trek' een hip en stoer boek dat alle Herman-fans zal aanspreken.

Beschouwing over vijf momenten die van wezenlijk belang zijn geweest voor de ontwikkeling van de westerse muziek.

Vertaling naar het Duits van het reisverhaal Een varken in het paleis.

Al honderden jaren vragen filosofen zich af of een omvallende boom ook geluid maakt als er niemand is om het te horen. Evenzo is het de vraag of een land echt bestaat als er geen satirische buitenstaanders naartoe zijn verhuisd om er grappen over te maken. Het antwoord: absoluut niet! De geschiedenis begint pas als Boom Chicago er is om er de draak mee te steken!

Speciaal voor dit boek koos Boom Chicago de 25 belangrijkste jaren van de Nederlandse geschiedenis. Een eenvoudige klus: Boom Chicago deed haar eerste Amsterdamse comedyshow in het voorjaar van 1993, dus dat is duidelijk wanneer de klok start. De Gouden Eeuw? De VOC? Willem van Oranje? De bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog? Thorbeckes grondwet? Dat was allemaal BBC, Before Boom Chicago.

Langs de vijftiende (en laatste?) Elfstedentocht, het eerste seizoen van Big Brother, de bruiloft van Willem-Alexander en Máxima en vele andere sleutelmomenten in de Nederlandse geschiedenis blikken (oud-)comedians van Boom Chicago terug op hun eerste 25 jaar in Nederland. Vol verwarring, verbazing en leedvermaak, maar vooral ook met veel humor en genegenheid.

Om duimen en vingers van af te likken. Het luchtige schuimgebakje Meringue zou omstreeks 1720 ontworpen zijn door een meneer Gasparini in het Zwitserse Meiringen. Keizerin Elisabeth van Rusland hield bijzonder van schuimgebak. In het midden van de achttiende eeuw liet ze haar koks ronde meringuekoekjes maken die perfect in haar mond pasten. Ze noemde ze 'baisers' (kusjes). Pain à la Grecque heeft niets te maken met Griekenland, maar wel met brood voor de armen die door de paters Augustijnen van de Brusselse Wolvengracht werd uitgedeeld: 'Pain de la Grecht' of brood van de gracht. Peperkoek bevat geen peper, maar wel kruiden. Peper was in de Middeleeuwen gewoon een algemene naam voor exotische specerijen. Vlechtbrood vindt zijn oorsprong in het begin van de Indo-Europese beschaving. Wanneer de man stierf, moest de vrouw hem volgen in het graf. Omdat dit een te barbaarse maatregel was, sneed men de vlechten van de vrouw af en legde men die in het graf. Gaandeweg werden de haarvlechten vervangen door 'broodvlechten'. Gebak met geschiedenis brengt naast de leuke verhalen ook het lekkerste recept van die beroemde taart of dat overheerlijke koekje. Daarvoor snuisterde de auteur in historische kookboeken om het meest authentieke recept te vinden. De mooie foto's doen je gewoonweg watertanden en geven zin om meteen met de deegrol aan de slag te gaan. Robert Inghelram, een bakker in hart en nieren, heeft een vreemde hobby: hij is al jaren gefascineerd door het verhaal achter de taarten, gebakjes, koekjes, ingrediënten. Je valt van de ene verbazing in de andere. Een Merveilleux- of een Misérable-gebakje, een taartspie van een Saint-Honorétaart: je zal er nooit meer zomaar van snoepen. Vanaf nu weet je dat er een gebakje met geschiedenis op je bord ligt.

Een bijtend tijdsbeeld, alsdus de heer O.B.B. te R.

De generatiekloof komt in dit werk boven water als de top van een ijsberg, die ons boven het hoofd hangt en op het punt is te barsten. De Held van HM is echter een rijp en onverschrokken heer, die met een fijn kammetje het onrecht belicht en pal voor de vrijheid loopt. De futloze jeugd tracht als altijd de aangrijpende strijd van een oudere in de knop te smoren. Maar tevergeefs. Met een scherpe pen worden hier harde noten gekraakt, die niet zullen nalaten een domper te zetten op de dadenloosheid van de jongeren.

Wielrennen is behalve een combinatie van kracht, souplesse en talent ook een zaak van intelligentie en koersinzicht. Al deze elementen komen terug in de 41 beschreven portretten van hedendaagse profwielrenners. Van Armstrong, via Boogerd, Dekker, Dierckxens, McEwen, Ullrich tot Zabel. Iedere renner krijgt vier of vijf pagina's en een zwartwitfoto toebedeeld. Behalve Andrei Tchmile fietsen ze allemaal nog. De auteur is sportcommentator bij de Vlaamse zender VRT. Hij heeft in de eerste plaats niet gekozen voor de beste wielrenners, maar wel voor de meest karakteristieke. 'Karakterkoppen', in zijn woorden, 'eigenzinnige mannen met een apart verhaal'. Soms baseert hij zijn impressies op door hemzelf gemaakte interviews, maar meestal put hij uit zijn jarenlange journalistieke ervaring. Met als resultaat: korte biografische schetsen, die boeiend beschreven en prettig leesbaar zijn voor iedere geïnteresseerde wielerliefhebber.

Wereldkampioen. Het is bijna tien jaar geleden dat de betekenis van die titel zoveel eer aangedaan werd. Tom Boonen is in 2005 zonder twijfel veruit de beste renner ter wereld. De manier waarop hij in twee weken de E3-Prijs Vlaanderen, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix won, mag revolutionair genoemd worden. Zijn overrompelende en attractieve stijl maakt hem nu al één van de grootste klassieke renners. Maar Boonen doet zoveel meer: hij wint de Ronde van België en behaalt twee spectaculaire ritzeges in de Ronde van Frankrijk. De manier waarop hij in Madrid de wereldtitel veroverde was zonder meer adembenemend. De charismatische Boonen tempert zelf het trompetgeschal. Ondanks zijn populariteit blijft het jonge idool opvallend nuchter. En dat maakt hem nog geliefder.

De elfjarige Samuel komt, op zoek naar zijn vader in Rio de Janeiro, terecht tussen stelende, vechtende en lijm snuivende straatkinderen. Hij weet zich amper staande te houden, tot hij bevriend raakt met Celco en Carlos, die hem leren hoe je moet overleven in de straten van Rio.

Ruim zeven jaar geleden ruilde Peter Vandermeersch zijn baan als hoofdredacteur van De Standaard voor die van hoofdredacteur van nrc en verruilde hij Brussel voor Amsterdam. Intussen overweegt hij ook serieus om zijn Belgische paspoort om te ruilen voor dat van Nederland. In dit boek gaat hij op zoek naar het Nederland waar hij zo van wil houden. Hij kwam terecht in het debat over Zwarte Piet en zag hoe Oranje niet meer lijkt te kunnen voetballen. Hij leerde premier Rutte kennen als ?een man zonder eigenschappen? en telde te weinig vrouwen in de politiek. Hij keek hoe Parijs en Den Haag vochten om twee schilderijen en hoe een Grote Dikke Ik de mensen bezighield. Hij hoorde iemand Nederland vergelijken met het Sicilië aan de Maas en iemand anders Amsterdam met Disney. Maar toen een vriend van hem scherpe kritiek uitte op Nederland, nam hij meteen de verdediging van zijn nieuwe land op zich.

Written by local expert Sumiko Kajiyama, Cool Japan explores the heart of Japanese culture and must-see places from a uniquely Japanese perspective. First, visit Kyoto, where you will discover 1,000 years of history, from the ancient love story the Tale of Genji to the traditional tea ceremony. Then head to Tokyo to experience Japan's cutting-edge capital, where the 21st-century kawaii culture collides with landmarks like the Kabuki-za Theater and the Imperial Palace. For a different perspective, venture outside the city to the serene towns of Tohoku, the region largely affected by the 2011 tsunami disaster. Informative, entertaining, and useful, this book is an ideal introduction for any traveler looking for a deeper understanding of Japanese culture, past and present.

Wat voor stad was het zeventiende-eeuwse Nieuw Amsterdam? Wat voor mensen leefden er en hoe verloren de Nederlanders de kolonie weer? Zijn er in het hedendaagse New York (zo anders dan andere Amerikaanse steden) sporen van die Nieuw Amsterdamse samenleving terug te vinden? "Een maand in Manhattan" is vooral het losse, speelse dagboek van een schrijver die in een televisieproductie verzeild is geraakt en verslag doet van zijn eigen observaties en gedachten op wat hij 'een droomlocatie' noemt. New York bestaat uit gebouwen en mensen, maar ook uit al de dromen, verhalen en mythes die zijn geschreven, verteld, gezongen en gefilmd.

Het leven in het moderne Shanghai, afgezet tegen het verleden van de stad.

Korte, aan het einde van de jaren '60 en het begin van de jaren '70 geschreven aantekeningen over het dagelijks leven in Brussel, Parijs en New York.

'Gebeurt er dan niets vrolijks in je leven?' vraagt de moeder van Arnon Grunberg vertwijfeld naar aanleiding van zijn stukken in NRC Handelsblad. Het antwoord is: jawel.
In Grunberg rond de wereld bericht de permanente reiziger Grunberg met ongekende levenslust en niet-aflatende hoop op kruimels geluk over zijn zeven magere jaren.

Over forellenkwekerijen, literaire kussenslopen, financiële waanzin, terrorisme, elektrische tandenborstels, urbanisatie, huidziektes, bedrog, zwembaden, god, de moeder, de zoon en de verloofde, maar het meest van alles: hoop.

Portret van de Oostenrijkse componist (1860-1911) aan de hand van brieven, dagboekaantekeningen en memoires van tijdgenoten.

Aandacht voor de werken en maatschappelijke omstandigheden van zes Nederlandse componistes. Het betreft een representatieve selectie uit twee eeuwen Nederlandse muziek: Gertrude van den Bergh, Catherina van Rennes, Elizabeth Kuyper, Henriette Bosmans, Jet Stamts en Tera de Marez Oyens.

Al eeuwenlang spreekt de Stradivarius tot ieders verbeelding. De violen zijn wereldberoemd, peperduur, de droom van iedere violist. Tweehonderdvijftig jaar na Stradivarius' dood is men het er nog altijd over eens: de toon en schoonheid van zijn instrumenten zijn ongeëvenaard.
Hoe is dat mogelijk? Stradivarius beschrijft niet alleen het leven van de fameuze Italiaanse vioolbouwer, maar ook de lotgevallen van zes van zijn beroemdste violen. Sinds jaar en dag worden zij omringd door virtuoze musici, fanatieke verzamelaars, collega-vioolbouwers en argeloze erfgenamen. De violen waren object van roof, speculatie, intrige, rivaliteit en bovenal enorme fascinatie en mythevorming. Toby Faber sprak met eigenaren en kenners en schreef een prachtige geschiedenis van de koning der instrumenten.

J. Kessels is de beste vriend en het lievelingspersonage van P.F. Thomése. Hij werd in 2009 vereeuwigd in het krankzinnige reisverslag J. Kessels: The novel, maar hij dook in 2000 al op in de verhalen van Greatest Hits. J. Kessels houdt van country en westernmuziek, sigaretten en bier. vanaf zijn verschijning in de literatuur raken J. Kessels en zijn schepper verzeild in de meest penibele situaties, op weg naar het graf van Hank Williams in Montgommery, Alabama of in Sankt Pauli, Hamburgs heisse Meile. In deze nieuwe, gewijzigde en vermeerderde editie van "Greatest hits" staan alle avonturen van J. Kessels. Het boek bevat drie nieuwe verhalen, waarvan één het oerverhaal is van de roman.

Aan het begin van deze eeuw, toen ik nog een puisterige puber was, voelde ik een grote behoefte om in de literatuur de antwoorden op mijn levensvragen te vinden. Dat lukte niet. Hoewel ik het kunstenaarsleven leidde, inclusief een getormenteerde ziel en een geveinsde zucht naar drank, net als mijn literaire helden, duwden de meeste boeken me verder in de put. Tot ik het werk van Lévi Weemoedt ontdekte. De persoonlijke ellende spat van zijn poëzie, maar hij verpakt het in de liefde voor taal en ongebreidelde zelfspot, een combinatie die ik niet voor mogelijk hield. Als hij een mislukking beschreef, bood me dat troost, en moest ik ongemakkelijk lachen om mijn eigen pathetische overdrijvingen. Nog vaker deed hij me huiveren om zijn tekstuele spitsvondigheid en het superieure spel met woorden dat hij telkens speelt. De gedichten kwamen soms wat kort en eenvoudig op me over, maar er zijn maar weinig dichters die het autonoom na kunnen doen. Het gedicht 'Don Juan Lul' tors ik al ruim een decennium ingelijst met me mee naar de verschillende huizen die ik heb bewoond. Nu hangt het pontificaal in onze woonkamer. In al zijn eenvoud schetst het een beeld van iemand die ogenschijnlijk alles al heeft opgegeven. In werkelijkheid houdt de taal hem overeind. Iedereen moet Weemoedt lezen! Vandaar deze bloemlezing, die ik met veel plezier heb samengesteld. - Ozkan Akyol