Met een voorwoord van Nicholas Monsarrat. Geillustreerd in kleur door Lynd Ward.

With Kafka on the Shore, Haruki Murakami gives us a novel every bit as ambitious and expansive as The Wind-Up Bird Chronicle, which has been acclaimed both here and around the world for its uncommon ambition and achievement, and whose still-growing popularity suggests that it will be read and admired for decades to come. This magnificent new novel has a similarly extraordinary scope and the same capacity to amaze, entertain, and bewitch the reader. A tour de force of metaphysical reality, it is powered by two remarkable characters: a teenage boy, Kafka Tamura, who runs away from home either to escape a gruesome oedipal prophecy or to search for his long-missing mother and sister; and an aging simpleton called Nakata, who never recovered from a wartime affliction and now is drawn toward Kafka for reasons that, like the most basic activities of daily life, he cannot fathom. Their odyssey, as mysterious to them as it is to us, is enriched throughout by vivid accomplices and mesmerizing events. Cats and people carry on conversations, a ghostlike pimp employs a Hegel-quoting prostitute, a forest harbors soldiers apparently unaged since World War II, and rainstorms of fish (and worse) fall from the sky. There is a brutal murder, with the identity of both victim and perpetrator a riddle-yet this, along with everything else, is eventually answered, just as the entwined destinies of Kafka and Nakata are gradually revealed, with one escaping his fate entirely and the other given a fresh start on his own. Extravagant in its accomplishment, Kafka on the Shore displays one of the world's truly great storytellers at the height of his powers.

Bundel met vijftien verhalen over Merel en Koen die opa als invaloppas voor oma hebben gekregen. Vanaf ca. 4 jaar.

Met bijdragen van o.a. Stine Jensen, Tayb Mokkedem, Leo Vroman en Georgine Sanders.

Met bijdragen van o.a. Harry Mulisch, J.W. Bezemer, H.J.A. Hofland, Lucebert, A.L. Constandse, Simon Vinkenoog, Maarten 't Hart, Willem G. Weststeijn, Ethel Portnoy, Aleid Truijens, Rutger Kopland.

'Hij voelde de heupen van zijn moeder bewegen onder zijn handen. Hij zag de gespierde benen van mevrouw Koelman. En die zomerjurken, nu eens klevend aan hun benen, dan weer opbollend als kleine parachutes. Alles was gewoon zoals het was. Maar hij hoorde bij alles en zweefde.'

Opwaaiende zomerjurken is het verhaal van de eenzelvige Edo Mesch, op zijn achtste, zeventiende en vierentwintigste. Edo probeert zijn verstand en gevoel in evenwicht te brengen en zoekt daarbij zijn toevlucht eerst bij zijn moeder, en later in verhalen, een filosofisch systeem en de erotiek.

Een man werkt jarenlang aan het ontwerp van een fort, maar voordat het af is, hoort hij dat zijn werk door de techniek is ingehaald. De uitvinding van de brisantgranaat maakt het fort onverdedigbaar. Het is een 'dood weermiddel' geworden. Dood weermiddel is het eerste en bekendste boek van F.B. Hotz en bezit alle kenmerken die hem tot een klassiek schrijver maken. Of het nu over de industrialisatie gaat, over de crisistijd of over de jaren vijftig, steeds weer weet hij een unieke sfeer op te roepen van vergankelijkheid en vergeefse daadkracht.

De roman was controversieel toen hij in 1986 verscheen. Al met zijn debuut, de verhalenbundel Bouwval , 1977 (Ruïne), trok de auteur veel aandacht van de Nederlandse literatuurkritiek. De novelle De nietsnut , 1979 (Der Versager, 1985), en de korte roman Letter en geest , 1982 (Geist en Letter, 2000), werden even positief onthaald. Kellendonk werd gezien als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de 'academisten', een groep jonge literaire schrijvers die een niet-anekdotische literatuur propageerden die sterk werd bepaald door kunstmatige structuren.

Met bijdragen van Hans van Pinxteren, Twan Zegers, Delphine Lecompte, Lizette van Geene, Ineke Riem en anderen.

Een 22-jarige studente leidt een tamelijk gezapig bestaan, maar dan ontmoet ze een erotomane miljonair.

De kroning van prinses Wilhelmina tot koningin is nog maar net gevierd als de rebellen in Atjeh de meest afgelegen militaire post aanvallen en een heilige oorlog uitroepen. Onder deze omstandigheden trekken geoloog Moree en luitenant Vierkens met een patrouille militairen van het (K)NIL het oerwoud in. De één op zoek naar aardolie en rijkdom, de ander naar eerherstel. Moree vindt zijn aardolie, maar nadat Vierkens in zijn jacht op de rebellenleider een verdoemd meer bezoekt, krijgt de tocht een dramatische wending. Intussen vecht Eva Vierkens voor haar leven wanneer tijdens de bevalling de militaire post opnieuw wordt aangevallen.

Een stokoude vrouw die de dood voelt naderen blikt terug op haar kinderjaren, de liefdes die ze heeft gekend, haar huwelijk en de jaren van de Eerste Wereldoorlog die ze met haar moeder en haar broer in Frankrijk doorbracht. Gaandeweg ontstaat een intiem panorama van België, haar onduidelijke vaderland. Aan geen van de gebeurtenissen wil ze meer nadruk geven dan aan andere. Ze hunkert slechts naar een oneindig lange zin, `die al wat er is in zich opneemt, zoals een hofdame uit de pruikentijd, in wier lokken een armada van parels kapseist, haar talloze rokken optilt terwijl ze de trappen van de opera betreedt of de ladder naar het schavot. Godenslaap, de vijfde roman van Erwin Mortier, speelt zich af op het raakvlak tussen de grote geschiedenis en de kleine mensenlevens, tussen taal en wereld, verbeelding en werkelijkheid, tussen geschiedschrijving en verhalend proza. Met de zin: `Ik volg de cadans van mijn handschrift en zoek naar de in letters gestolde, kwezelachtige wellust van het meisje dat ik ooit geweest moet zijn, het wicht dat op de drempel van haar adolescentie haar schriftuur even strak aantrok als de dunne lederen veters waarmee ze haar laarsjes dichtreeg hoe ze het vlees van het woord in de baleinen van de zinsbouw dwong, tot haar eigen lijf vol striemen stond en ze naar uitbraak verlangde. wint Erwin Mortier de Tzum-prijs 2009, de kleinste literaire prijs van Nederland.

Allan wordt honderd en dat wordt groots gevierd in het bejaardentehuis, behalve dan dat de jarige het op zijn heupen krijgt en kort voordat het feest losbarst, vertrekt. De tijd die hem rest kan hij beter besteden, vindt hij, en hij klimt uit het raam en verdwijnt. Pers en burgemeester hebben het nakijken. Allan is een nuchter type dat weinig tot geen angst kent en die verder niet al te lang stilstaat bij zijn beslissingen, maar ad hoc handelt en het avontuur op zijn hoogbejaarde leeftijd niet schuwt. Met alle gevolgen van dien. De vaart houdt hij er in elk geval in, want vanaf het moment dat hij het bejaardentehuis verlaat, wordt De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween een soort roadtrip waarbij de lezer de memorabele avonturen van de 100-jarige meemaakt zo let hij even op een koffer voor iemand die maar niet terugkomt en dus gaat de koffer mee de bus in, maar er blijkt enorm veel (maffia)geld in te zitten, hetgeen woeste achtervolgingen tot gevolg heeft -, ook verzamelt Allan een bonte club figuren om zich heen in een zwaan-kleef-aaneffect. Tegelijkertijd passeren de memorabele momenten uit zijn leven én die van de twintigste-eeuwse geschiedenis de revue, met Allan als wel heel bijzonder gezelschap.

Vertaling door H.R. de Vries. Verzamelde werken van Tolstoj deel 3 en deel 4.

Spannend verhaal over de lange, moeilijke tocht die een Russische jongen omstreeks 1900 maakte om zijn vader, die als dwangarbeider naar Siberië was gestuurd, terug te vinden. In dit verhaal wordt Rusland beschreven zoals het toen werkelijk was.

Inger Christensen (1935-2009) was one of Denmark's best-known poets. Her poetry reflects a complex philosophical background, yet it has enjoyed wide public popularity. Many of her poems have a visionary quality, yet she is a paradoxically down-to-earth visionary, focusing on the simple stuff of everyday life and in it discovering the metaphysical, as if by chance.In alphabet, Christensen creates a framework of psalm-like forms that unfold like expanding universes, crystallizing into words both the beauty and the potential for destruction that permeate our world and our times. In this collection, she has created a system by combining the alphabet with Fibonnaci's numeric sequence, in which each number is equal to the sum of the two preceding numbers: 0, 1, 1, 2, 3, 5, 8, 13, etc. alphabet is about the relationship between people and nature and, like it, is itself a form of creation. With the word exist as the pivot, the poems move -- from the first wondering confirmation, apricot trees exist -- out into the world to life and death, the planet and calamity.

Bloemlezing van gedichten, die zich in de loop der eeuwen gehandhaafd hebben.

The death and burial of Addie Bundren is told by members of her family, as they cart the coffin to Jefferson, Mississippi, to bury her among her people. And as the intense desires, fears and rivalries of the family are revealed in the vernacular of the Deep South, Faulkner presents a portrait of extraordinary power - as epic as the Old Testament, as American as Huckleberry Finn.

Columns over het dagelijks leven in Amsterdam Oud-West.