Nieuwe producten

t.g.v. premiere van Schemerdrift

Peter Knoppert raakt bezeten van slakken, van een handjevol exemplaren, heeft hij er in een mum van tijd honderden. Nauwelijks twee maanden nadat hij de eerste slakken naar zijn studeerkamer had meegenomen, stonden er langs de wanden, op zijn schrijfbureau en in de vensterbanken, en intussen zelfs over de vloer verspreid wel dertig glazen bakken en kommen, allemaal wemelend van de slakken...

Beschrijvingen van dromen, vaak verband houdend met de Tweede Wereldoorlog, uit de periode 1960-1988 van de Nederlandse schrijfster

Uitgebracht ter gelegenheid van de opening van het Nationaal Documentatiecentrum Maarten t Hart op 25 november 2010. Voorpublicatie van Dienstreizen van een thuisblijver.  

Voordracht bij de Dodenherdenking op 4 mei 1994 in Amsterdam over een bezoek aan het voormalige concentratiekamp Buchenwald.

Bij de voltooiing van de romantrilogie Het verzonkene, Bezonken rood en De zondvloed

Light verse.

Analytische annotatie: Sonnetten.

De donkere kamer van Damokles vertelt het verhaal van Henri Osewoudt, sigarenhandelaar te Voorschoten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontmoet hij de verzetsman Dorbeck, die sprekend op hem lijkt en hem opdrachten geeft die hij gewillig uitvoert. Naar aanleiding van zijn daden wordt hij gevangen genomen, komt weer vrij, pleegt een moord, nog een moord. Na de bezetting lijkt alles zich tegen hem te keren en wordt hij gekwalificeerd als landverrader. Zich beroepen op Dorbeck blijkt onmogelijk: er is geen enkel spoor dat leidt tot deze man. Het enige dat Osewoudt heeft om de wereld Dorbecks bestaan te bewijzen is een camera met een foto van Dorbeck erin, maar ook die foto blijkt uiteindelijk niet te bestaan. Bestaat Dorbeck echt of heeft Osewoudt hem verzonnen? Is hij Osewoudts superego? In hoeverre is Osewoudt zelf verantwoordelijk voor zijn daden? Wie ben je als iedereen je ziet als een verrader en een leugenaar, bestaat er wel zoiets als waarheid en werkelijkheid?

De meningen van twee generaties staan tegenover elkaar. Ouderen die de watersnoodramp (1953) meemaakten, kiezen voor afsluiting van de Oosterschelde, maar de jongeren zoeken naar oplossingen die minder ingrijpend zijn voor het milieu. Vanaf ca. 12 jaar. 

Pjotr woont in Rusland. Zijn moeder is dood, zijn vader Sergei is zijn beste vriend. Als Pjotr wordt aangevallen door een marskramer verliest Sergei zijn beheersing en slaat de marskramer dood. Hij wordt verbannen naar Siberië. Pjotr onderneemt een barre tocht, dwars door Rusland, op zoek naar zijn vader...

Doelgroep vanaf ca. 13 jaar. Michiel van 15 maakt de laatste bittere oorlogswinter van 1944/45 mee. Eerst als toeschouwer, later betrokken bij het ondergrondse werk. In het dorpje aan de IJssel komt hij voor gevaarlijke opdrachten te staan. Heel alleen. Niemand mag hij in vertrouwen nemen, want misplaatst vertrouwen kan het hele dorp in het ongeluk storten. Met zijn eenzaamheid groeit zijn onafhankelijkheid. Ook in de moeilijkste omstandigheden staat hij alleen. Hij moet zijn eigen oordeel vormen, zijn eigen beslissingen nemen als een volwassen man. in 1973 bekroond met de gouden griffel.

Analytische annotatie: Gedichten.