Met een introductie van Val McDermid.

Vertaling door Annette Zeelenberg.

De jaarlijks terugkerende droge,hete voorjaarswinden vegen door de straten van Havana als inspecteur Mario Conde een jonge vrouw te hulp schiet die met autopech langs de weg staat.Ze is gek op jazz, speelt saxofoon en is beeldschoon - en Mario Conde is op slag verliefd.

Maar zijn mooie dromen worden ruw verstoord als hij wordt belast met een ernstige zaak: een jonge scheikundelerares van de school die ook Conde heeft bezocht wordt vermoord in haar woning aangetroffen. Ook worden er sporen van marihuana in het huis van dit trouwe lid van de Partij gevonden. Tijdens zijn onderzoekingen komt Conde terecht in een wereld in verval, waar kontlikkerij, vriendjespolitiek, drugs en bedrog hoogtij vieren.

Na de brute moord op zijn advocaat ontpopt zakenman Bill Browder zich tot geducht tegenstander van het Poetin-regime. Het verhaal van een man die het in zijn eentje opneemt tegen een wereldmacht. In dit boek leest u het waargebeurde verhaal over Segei Magnitsky en Bill Browder. Nadat Bill Browders advocaat Sergei Magnitsky een gigantische misdaad openbaar heeft gemaakt waarbij Poetin zelf betrokken is, wordt hij opgepakt, gearresteerd, gemarteld en in de gevangenis vermoord. Browder was een zeldzaam succesvolle hedgefundmanager; als een van de eersten had hij door hoe krankzinnig veel geld er na de val van de muur en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie verdiend kon worden in 'het wilde Oosten'. Maar het gaat mis. De Russische oligarchen gaan hem dwarszitten: ze overvallen zijn kantoren en stelen 230 miljoen belastinggeld. Browder vecht terug, aanvankelijk met succes, maar de Russen hanteren andere spelregels. De moord op Magnitsky grijpt Browder diep aan en verandert zijn leven. Hij begint een vastberaden en indrukwekkende kruistocht om de misdadigers voor het gerecht te krijgen. Van een spijkerharde hedgefundmanager wordt hij een overtuigd mensenrechtenactivist. Hij loopt gevaar en hij weet het, maar de terrierachtige vasthoudendheid en de enorme moed die hem zijn successen brachten, leiden hem nu ook in zijn strijd om gerechtigheid voor Sergei Magnitsky en anderen die lijden onder het regime van Poetin.

At a little past 10:00 p.m. on October 23, 2002, 19 young women and 22 men bounded from minivans and sprinted through the front doors of the sprawling Dubrovka Theater Center located just blocks from the Kremlin in the heart of Moscow. Once inside, the troop hurriedly changed into their costumes and, following a well-rehearsed script, took their designated places for the evening's dramatic finale. These people were not, however, actresses and actors starring in the hit musical Nord Ost, which was entertaining a sellout crowd of 711 spectators in the concert hall. They were Chechen Islamic terrorists and their Arab accomplices - suicide hostage-takers who had come to Moscow to die and take their audience prey with them, unless the Russians immediately withdrew from Chechnya. The Dubrovka theater siege ushered in a new hostile escalation in the fanatical Islamist Chechens' ten-year fight against the Russian state. The "wolves of Islam" have adopted terror with maximum civilian casualties as its strategic weapon of choice, are employing the Palestinian model of suicide terror against civilians, and are plotting with al Qaeda to conduct international terrorist operations