Een Amsterdams pension is in de jaren vijftig van de 20e eeuw het tijdelijke onderkomen van een steeds wisselend gezelschap variétéartiesten

Madrid 1942-1943, twee dagen in de winter

Inleidende besprekingen van gedichten bedoeld voor leerlingen van het middelbaar onderwijs.

In episoden getuigend van oerdriften, seksuele perversies en wreedheid, geeft de verteller zijn visie op een onmenselijk leefklimaat.

Arthur Daane heeft bij een vliegtuigongeluk zijn vrouw en zoon verloren en trekt met zijn filmcamera over de wereld, geobsedeerd als hij is door afscheid en verdwijnen, op zoek naar anonimiteit. In Berlijn, bij uitstek een stad die door de historie is bepaald, voelt hij zich opgenomen door nieuwe vrienden. Als hij in de winterse stad de jonge studente Elik Oranje ontmoet, krijgen alle abstracte gesprekken plotseling zeer concrete contouren. Zij wordt zijn sirene, een geheimzinnige vrouw die hij wel moet volgen richting Spanje en aan wie hij bijna ten onder gaat. Allerzielen, voor het eerst verschenen in 1998, is een elegische en melancholische liefdesroman waarin de persoonlijke geschiedenis van de personages verweven is met de geschiedenis van de landen waarin zij zich bevinden, Spanje en Duitsland. Het wordt gezien als Nootebooms magnum opus en het boek werd wereldwijd vertaald.

Spéro is kunstenaar en achterkleinzoon van een Afrikaanse koning. Deze koning wordt op een Antiliaans eiland nog steeds vereerd met rituelen die eerder lachwekkend dan heilig zijn. Toch is Spéro gefascineerd door zijn overgrootvader, tot ergernis van zijn vrouw Debby. Met veel warmte en humor vertelt Maryse Condé het verhaal van een familie waarvan het verleden op allerlei manieren uitwerking heeft op het heden.

Hoe kon de vroegere, relatief rustige kolonie van België, sinds 1960 onafhankelijk, zo veranderen? David Van Reybrouck beschrijft voor het eerst de verbijsterende geschiedenis van Congo, van ruim voor de komst van de ontdekkingsreiziger Stanley tot en met de invloed van China in de laatste tien jaar en de recente economische crisis.

Het leven van de bewoners van een groot appartementengebouw in Parijs in de periode 1833-1975.

Op de dag van de capitulatie wil de Japanse militaire politie nog een paar voortvluchtige officieren van het Indonesische vrijwilligersleger terechtstellen.

De vader van Oskar is bij de aanslag op 11 september 2001 omgekomen. Als Oskar (9, ik-figuur) op zoek gaat naar het slot dat bij de geheimzinnige sleutel past die zijn vader heeft nagelaten, vindt hij iets anders dan hij verwachtte. 

Een man loopt 's avonds met zijn hond langs het kleine station aan de rand van zijn nieuwe woonplaats. Op het perron ziet hij een vrouw op de trein staan wachten niets bijzonders, totdat hij zich realiseert dat het station al jaren is opgeheven.
Wat doet die vrouw daar dan? En lijkt zij bovendien niet verdacht veel op zijn vroegere echtgenote? Of is het hun vermiste en dood gewaande dochter, teruggekeerd om haar vader rekenschap te vragen?
Het eind van het lied is het verhaal van een gedoemde relatie die bijna vier decennia omspant. Ooit dreigde de vrouw: `Ik maak je kapot! De man, die een teruggetrokken bestaan leidt in de bossen, raakt dieper en dieper verstrikt in zijn verleden. Een confrontatie kan niet uitblijven

Als in het voorjaar de narcissen bloeien op het platteland van Kabylië, aan de voet van de bergen van de Djurdjura, doen de Algerijnse vrouwen hun wensen. Wensen voor hun persoonlijke vrijheid in eigen land, waar zij worstelen met de ketens van de islam, maar ook voor die van de vrouwen dien naar het buitenland zijn vertrokken- of er zijn geboren - en daar gebukt gaan onder het juk van tradities en de botsing van culturen. Na het internationale succes van haar eerste boek, Een sluier van Stilte, laat Djura in dit boek de Algerijnse vrouwen aan het woord. De vaak dramatische, maar soms ook grappige getuigenissen, waaruit een grote moed en vastberadenheid spreken, geven een indringend beeld van de strijd tegen fundamentalisme en onderdrukking die deze zusters van Scheherazade achter hun sluiers voeren.