Romans

Net als Colombo, de hoofdpersoon van De witte, de rode en de zwarte tak, weet de lezer niet wat hem overkomt als hij zich de raadselachtige en bedreigende wereld van dit boek binnenwaagt. Een boek dat het midden houdt tussen een huiveringwekkende jungle-thriller en een ideeënroman van allure. De Newyorkse journalist Colombo wordt op een ongerept eiland in de Indonesische archipeld door inboorlingen ontvoerd. Na een woeste tocht het oerwoud in, komt hij in een kamp terecht waar de inboorlingen een groep blanken uit alle hoeken van de geïndustrialiseerde wereld gevangen houden. Colombo wordt, net als de andere gevangenen, onderworpen aan een gruwelijk ritueel en vervolgens aan zijn lot overgelaten. Ontsnappen uit de jungle lijkt onmogelijk. Ternauwernood weet hij zich in leven te houden met het eten van allerhande ongedierte.

Sinds 1998 verschijnt Timothy McSweeney’s Quarterly Concern, gemaakt en geproduceerd in keukens, zolders en een oude laundromat, vier keer per jaar (minimaal drie keer). Het varieert in formaat, bindwijze, dikte en ontwerp, maar is altijd opvallend qua design en typografie. In tien jaar kwamen er zo’n 100.000 verhalen binnen, vaak per post uit onbekende dorpen, steden en landen. Uiteindelijk werden 400 verhalen geselecteerd voor publicatie in de edities van McSweeney’s. Hornby en Horowitz kozen daaruit 19 verhalen, variërend in stijl en onderwerp, van zowel hedendaagse als toekomstige auteurs.

Rond Kerstmis 1957 wordt voor een boekhandelaar het perspectief van een gezapig burgerlijk bestaan verstoord door de komst van een vreemde, manke man die een peperdure editie van 'De Graaf van Montecristo' koopt.

Carlos Ruiz Zafon (1964-2020), de meest gelezen Spaanstalige auteur ter wereld na Cervantes. Hij begon zijn carrière met vier YA-romans: De Nevelprins, Het middernachtspaleis, Septemberlichten en Marina. Met zijn roman De schaduw van de wind, het eerste deel in het vierluik Het Kerkhof der Vergeten Boeken, brak hij internationaal door. Het werd gevolgd door Het spel van de engel en De gevangene van de hemel. Na vijftien jaar sluit hij af met Het labyrint der geesten.

Deze literaire roman over de natuur van de engelen maakt het de lezer niet makkelijk. Knausgard geeft blijk van een grondige kennis van de bijbel, patristiek, scholastiek en wetenschapsgeschiedenis. Dit alles verwerkt hij tot een knappe en onorthodoxe synthese. De eeuwenoude speculaties over de aard van het goddelijke en de engelen vormen het leidmotief van dit werk.

Reconstructie van de gebeurtenissen die volgden op het in 1728 overhandigen van een brief waarin aangezet wordt tot een samenzwering tegen de keizer van China.

Speelt ten tijde van de Franse Revolutie

De hoofdpersoon in dit boek is een dwerg, als hij zit kan hij de vergelijking met andere mannen goed doorstaan, maar op het moment van de koningsmoord vervult hij de functie van hofnar. Hofnar aan het Oranjehof in Den Haag. Niets is wat het lijkt...

Verslag van een tocht per touringcar naar de hel.

In dit boek staat de toneelwereld centraal. Een souffleur die zijn hele leven letterlijk en figuurlijk in de schaduw van Dudok heeft gestaan, schrijft in zijn nadagen een biografie over de dan al inmiddels overleden acteur. Tijdens het schrijven en het verzamelen van het materiaal wordt de souffleur zich bewust van zijn ambivalente houding naar de grote acteur.

Portret van schilder in de Gouden Eeuw. 

Herinneringen van Alfred Spier. Een boeiende zedenschildering van het (Joodse) Amsterdam aan het eind van de 19de eeuw. 

Philippe is een begaafde arts en filosoof die samen met een groep mannen en vrouwen in een centrum in het hooggebergte onderzoek doet naar de menselijke geest. Het meest opvallende aan hem is zijn zwijgen, totdat zijn Italiaanse vriend Beato hem door aanhoudend vragen ertoe brengt eindelijk te spreken. Zijn ontmoetingen en voordrachten leggen getuigenis af van een menselijke samenwerking zonder afgunst of concurrentie

Een vrouw, die gebukt gaat onder de hardvochtige islamitische wetgeving en leefregels, wordt in naam van de godsdienst gedood door mannen die haar eerst hebben misbruikt.

Het is moeilijk om iets over het verhaal van De jongen in de gestreepte pyjama los te laten. Normaal gesproken staat er op deze plek wat meer over de inhoud van een roman, maar in dit geval zou dat het lezen van het boek verpesten. We vinden het belangrijk dat u De jongen in de gestreepte pyjama gaat lezen zonder te weten waar het over gaat.

Dit kunnen we u wél vertellen: John Boyne neemt u mee op reis met een negenjarige jongen die Bruno heet . Onderweg zullen Bruno en u vroeg of laat bij een hoog hek aankomen. Hekken zoals deze zijn er over de hele wereld. Maar we hopen dat u nooit voorbij zo'n hek zult hoeven gaan.

Een zinderende, woedende roman, het verhaal van een vlucht, van een terugkeer en van de onzichtbare banden die ons voorgoed aan elkaar ketenen.

Al jong leert de hoofdpersoon in 'Maskerziel' dat het vaak makkelijker is om jezelf anders voor te doen dan je bent. Wanneer haar juf tijdens het kringgesprek vraagt wat ze de avond ervoor heeft gegeten antwoordt ze dan ook geen 'patlican' maar 'patat'. Op het VWO verpakt ze haar onzekerheid als lef. Thuis is de spanning om te snijden, theater wordt haar uitlaatklep. Zodra het kan ontvlucht ze het ouderlijk huis om te gaan studeren. Dan wordt ze gebeld door een castingbureau: ze krijgt de rol van Aysen in GTST.00Nu ze bekend is, voelt ze zich eenzamer dan ooit. Langzaamaan herstelt ze het contact met haar familie, de kudde, waar ze zich zo van heeft afgekeerd. Ze begint patronen te herkennen: de somberheid die haar zo vaak in de greep houdt is dezelfde als die van haar moeder en van haar opa, dede. Zijn dood betekent een keerpunt: ze werpt haar maskers af en leert met mededogen kijken naar waar ze vandaan komt.000Dilan Yurdakul is vanwege haar achtergrond geboeid door de wrijving tussen vrijheid en identiteit, tussen autonomie en gemeenschap. Ze komt tot het menselijke door de mechanismen en ideeën over onszelf af te pellen. Centrale thema's hierin zijn familie, conditioneringen, migratie en wording tot een vrije zelf.0In februari 2024 gaat het toneelstuk 'Alter' in première, waarvoor Yurdakul de tekst schreef en waarin ze ook acteert.

Een hartverscheurende familiegeschiedenis in Oekraïne

Lisa Weeda reist in opdracht van haar vierennegentigjarige grootmoeder Aleksandra naar Loegansk, op zoek naar het graf van haar oom Kolja, die sinds 2015 is verdwenen. Lisa weet de grenspost van het oorlogsgebied te trotseren en in haar vlucht tuimelt ze terug in de tijd. Ze belandt in het paleis van de Sovjets, waar haar overgrootvader Nikolaj al sinds zijn eigen dood in 1953 wacht op Aleksandra. Na Aleksandra's deportatie in 1942 naar Duitlsand heeft hij haar nooit meer gezien. Samen met Nikolaj dwaalt Lisa door het paleis, dit limbo waar ook Kolja zich schuilhoudt, en wekt ze de geschiedenis van haar Don Kozakken-familie tot leven.

Aleksandra is het verhaal van een familie tussen Oost en West die maar niet loskomt van een gebied dat nooit rust lijkt te vinden. Lisa Weeda vond de vorm en de stem om dit indringende verhaal op een grandioze manier te vertellen.

Met 'Viktor' schrijft Judith Fanto een hartveroverende, waargebeurde familiegeschiedenis over de betekenis van familiebanden. Wenen, 1914. De zesjarige Viktor Rosenbaum redt weeskind Bubi uit een vijver in het Praterpark. Tussen hen ontstaat een levenslange vriendschap en Bubi wordt opgenomen in de gegoede Weens-Joodse familie. Viktor, die maar niet wil deugen, ontpopt zich als patser en rokkenjager en maakt geen van zijn vele studies af, tot groot verdriet van de intellectuele Rosenbaums. De Anschluß in 1938 vormt een keerpunt: met heldhaftige vindingrijkheid en brutaliteit beschermt Viktor iedereen die hij liefheeft. Nijmegen, 1994. Geertje Rosenbaum, de jongste telg van de familie, rebelleert tegen de angst en schaamte waarmee de Rosenbaums hun Joodse identiteit beleven. Wanneer houdt haar familie nu eindelijk op met onderduiken? En waarom wordt Viktor, de broer van haar grootvader, doodgezwegen? Als Geertje op onderzoek uitgaat, stuit ze op een onwaarschijnlijk familiegeheim. De roman 'Viktor' is het debuut van Judith Fanto en is gebaseerd op de lotgevallen van de Weens-Joodse familie van Fanto. Viktor heeft echt bestaan.

De Effingers volgt de levens van drie joodse families over vier generaties: de Berlijnse Oppners en Goldschmidts, en de kinderen van horlogemaker Effinger uit de (fictieve) woonplaats Kragsheim. De Effingers is een Berlijns epos dat zich afspeelt tussen 1878 en 1948. In het begin is het een typische familieroman, en bijna een cultuurhistorische geschiedenis van Duitsland, maar naarmate de tijd vordert, schetst het boek steeds meer een sociaal en politiek tijdsbeeld met een virulenter wordend antisemitisme als onheilspellende ondertoon.