Oosterse renaissance, Kritische reflecties op de cultuur van nu

De auteur stelt in dit boek de westerse en de oosterse opvattingen omtrent de ideale mens tegenover elkaar. Hij beschrijft de westerling als degene wiens waarneming door eigen behoeften wordt overheerst en die de dingen om zich heen bij voorkeur op hun bruikbaarheid beziet. De hieraan gekoppelde nadruk op de ontwikkeling van de actieve functies van het ik, het zichzelf handhaven en het ingrijpen in de wereld staan lijnrecht tegenover de opvattingen van het Oosten. Het Westen onderwerpt de aarde en de maan, maar 'het Oosten heeft duizenden jaren in de overtuiging geleefd dat de meeste energie nodig is om het eigen ik te ontmaskeren als een illusie'.