De auteur geeft haar visie op hoe verschillen en overeenkomsten tussen de seksen het leven beïnvloeden. Oorspr. titel: Om kvinnor vore kloka skulle världen stanna (1993).

Theorieën over recht en rechtvaardigheid zijn altijd abstract. Toch worden ze bedacht om oplossingen te zoeken voor heel concrete, dagelijkse problemen. In Grensgebieden van het recht stelt Martha Nussbaum deze paradox aan de orde. Aan de hand van drie urgente problemen — de positie van mensen met een handicap, van immigranten en van dieren — waarvoor tot nu toe niet alleen in theorie, maar ook in de dagelijkse praktijk geen goede oplossingen gevonden zijn; gaat zij op zoek naar concrete denkbeelden over sociale rechtvaardigheid. Deze ideeën kunnen ons leiden naar een verantwoorde omgang met genoemde kwesties. Grensgebieden van het recht is dankzij Nussbaums scherpe oog voor misstanden in de dagelijkse werkelijkheid een schoolvoorbeeld van praktische filosofie

in dit boek leidt Ron Hubbard je stap voor stap door de revolutionaire ontdekkingen die geleid hebben tot de ontwikkeling van dianetics. Leer jezelf en anderen te begrijpen. Je hebt de sleutel nu in handen

Met bijdragen van M. ter Borg, R. Duhamel, E. Kuypers, W. van Reijen en T. Tak.

Autobiografie van de Oostenrijks-Amerikaanse wetenschapsfilosoof (1924-1994).

De vurige geestdrift, de bestudeerde nonchalance van een van de zeer weinige ware anarchisten en vrije geesten in het moderne academisch-filosofische leven komen prachtig tot uiting in deze memoires. Dat geldt ook voor Feyerabends passie voor muziek en, op een aangrijpende manier, zijn liefde voor de liefde. Een memorabele epilog, volgens George Steiner, schrijver en filosoof
De autobiografie van Paul Feyerabend, slechts enkele weken voor zijn dood voltooid, is het zelfportret van een van`s werelds meest originele en invloedrijke intellectuelen. Feyerabend werd beroemd door zijn krachtige kritiek op de `grote` wetenschap en `grote` filosofie. Hij liet zien dat er niet weg naar de waarheid is, maar vele wegen; niet waarheid of rationaliteit, maar verschillende, wedijverende manieren om naar de wereld te kijken. `Anything goes,` zei hij in zijn beroemdste boek, Against Method (1975).
In zijn autobiografie schrijft Feyerabend openhartig over zijn ervaringen in het Duitse leger aan het Oostfront, waar drie kogels hem kreupel en impotent maakten, over zijn aspiraties om operatenor te worden (een levenslange passie), over zijn ontmoetingen met de groten van zijn tijd (van Wittgenstein tot Brecht, van Popper tot Lakatos), over vele liefdesaffaires, vier huwelijken en een carri die zo rijk was dat hij op zeker moment posities bekleedde aan vier universiteiten tegelijkertijd. Zelden heeft een intellectueel van deze statuur zijn verhaal verteld met zoveel openheid, eerlijkheid en kennelijk plezier.

In de Hannah Arendt Lezing van Dirk De Schutter is de centrale stelling dat de opdracht van de politiek opnieuw geformuleerd moet worden na een eeuw vol totalitair geweld en bureaucratie. In zijn analyse van de politiek sluit De Schutter nauw aan bij de grote thema's uit de filosofie van Arendt.

Het Tibetaanse Dodenboek' is een boeddhistische klassieker van wereldformaat, misschien wel het merkwaardigste boek dat het Westen van het Oosten ontvangen heeft.

'Het Tibetaanse Dodenboek' (Bardo Thödol) is misschien wel het merkwaardigste boek dat het Westen van het Oosten heeft ontvangen. Nadat het eeuwenlang (van mond tot oor) werd overgeleverd zou deze tekst zijn opgeschreven door Padma Sambhava, de yoga-leraar die het boeddhisme in de achtste eeuw naar Tibet bracht en die als grondlegger van het lamaïsme wordt beschouwd. Carl Gustav Jung noemt in zijn inleiding 'Het Tibetaanse Dodenboek' van een ongeëvenaarde superioriteit wat de psychologie en de kritische filosofie betreft. De tekst wijdt in in de zin van het leven dat de doodservaring omvat, niet als gebeuren op een bepaald tijdstip, maar als een voortdurend bereid-zijn, dat werkelijk leven pas mogelijk maakt. Op archetypische wijze wordt de toestand beschreven die de dood genoemd wordt, tot aan het moment waarop naar oosterse opvatting de nieuwe geboorte plaatsvindt. Daaruit komt naar voren dat de betekenis van het sterven onverbrekelijk met de zin van het leven verbonden is. Voortdurend wordt de lezer gewezen op de noodzaak het rechtstreekse contact met het onnoembare-in-zichzelf te zoeken. De grondtoon van het onderricht is het met onuitputtelijk geduld oproepen tot wat Carl Gustav Jung noemt: 'de zorgvuldige en gewetensvolle waarneming van de irrationele facetten van het heilige en de mens zelf'. Wanneer dit bij hem aanslaat zal hij niemand meer vragen wat hij moet kiezen, maar met vallen en opstaan zijn eigen gezag zoeken - en vinden. Want in hemzelf is de bron van leven, en wat hij in wezen is: een ononderbroken opeenvolging van bewustzijnstoestanden, waarin geboorte (als het aannemen van een lichaam) en dood (als het afleggen van een lichaam) zijn besloten. Dit herkenbaar maken is de zin van het onderricht van het Tibetaanse Dodenboek

In de huidige politieke discussie worden termen als Verlichting, vrijheid en westerse waarden vaak uitgesproken alsof ze vanzelfsprekend bij elkaar zouden horen. Ian Buruma wijst er in zijn Grenzen aan de vrijheid terecht op dat deze identificatie een tien, vijftien jaar geleden nog allerminst vanzelfsprekend zou zijn geweest. Alle reden om eens uit te zoeken of de coalitie die hier ontstaan is, inwendig net zo veel eenheid kent als op het eerste gezicht lijkt. Niet dus. Onder de vlag van de vrijheid schuilen dikwijls tegenstrijdige belangen. De vrijheid van de maker van pornografische films komt in botsing met vrouwen die vrij willen zijn van seksuele repressie. De vrijheid van meningsuiting van hen die zich tegen bepaalde groepen keren (tegen joden, islamieten, monarchisten), komt in botsing met de vrijheid van die groepen om hun identiteit zo gestalte te geven als zij dat willen. Uitgegeven als essay in het kader van de Maand van de filosofie.

De Jonge Denkers is een landelijke schrijfwedstrijd onder middelbare scholieren. Verbeelding aan de macht: met deze leus tartten jongeren in 1968 de gevestigde orde. Inmiddels zijn we vijftig jaar verder: wat vinden jongeren hier nu van? VO-docenten Filosofie vroegen het aan scholieren tussen de zestien en achttien jaar. Van de tientallen korte essays die dit opleverde zijn de beste veertien in een unieke bundel bijeengebracht. Het geluid van deze 'Jonge Denkers' klinkt divers, maar steeds genuanceerd, krachtig en origineel. Dat levert een boeiende collectie essays op. De betrokken docenten leveren commentaar en gaan met hun leerlingen in gesprek. Fransiscus Kusters (Vereniging van Filosofiedocenten in het Voortgezet Onderwijs) leidt de bundel in, filosoof Ger Groot zorgt voor een intrigerende afsluiting met een persoonlijke reflectie. Maar de hoofdrol is voor de Jonge Denkers, die bewijzen dat ook in de filosofie de jeugd de toekomst heeft.

The world we inhabit is enchanted—every tree, rock, and star, and even "empty" space itself, is teeming with living energy and awareness. And it's all nearer to us than our own breath. Why, then, can't we see it? Because, according to Jeremy Hayward, we are taught not to. And because our cultural conditioning keeps us in denial about the fact that a strictly scientific worldview provides only a partial, and unsatisfactory, view of reality.

Letters to Vanessa is the guidebook for a generation caught in the crunch between the hard realities of science and the genuine yearning for an experience of the sacred. In a series of letters addressed to his teenage daughter, Dr. Hayward points the way past the limits of science and shows how we can connect with the magical, multidimensional universe of soul. Along the way he presents the most recent findings of neuroscience, cognitive psychology, new biology, and physics in a most engaging and understandable way. He also provides practical meditation instructions that will enable everyone to reconnect with the joyous reality of ordinary life.

Corey W. Dyck presents a new account of Kant's criticism of the rational investigation of the soul in his monumental Critique of Pure Reason, in light of its eighteenth-century German context. When characterizing the rational psychology that is Kant's target in the Paralogisms of Pure Reason chapter of the Critique commentators typically only refer to an approach to, and an account of, the soul found principally in the thought of Descartes and Leibniz. But Dyck argues that to do so is to overlook the distinctive rational psychology developed by Christian Wolff, which emphasized the empirical foundation of any rational cognition of the soul, and which was widely influential among eighteenth-century German philosophers, including Kant. In this book, Dyck reveals how the received conception of the aim and results of Kant's Paralogisms must be revised in light of a proper understanding of the rational psychology that is the most proximate target of Kant's attack. In particular, he contends that Kant's criticism hinges upon exposing the illusory basis of the rational psychologist's claims inasmuch as he falls prey to the appearance of the soul as being given in inner experience. Moreover, Dyck demonstrates that significant light can be shed on Kant's discussion of the soul's substantiality, simplicity, personality, and existence by considering the Paralogisms in this historical context.

Inleiding tot leven en werk van de Britse filosoof (1588-1679).

Dit boek gaat over onze visuele relatie tot de dingen en tot elkaar. Op speels essayistische wijze worden ideeën, ontleend aan de filosofie en psychologie van het kijken, besproken. In een combinatie van anekdote en theorie fileert de auteur ons kijkgedrag in onze directe omgeving, op de straten en pleinen van de stad, tijdens het reizen en in de virtuele ruimte.

Met verwijzingen naar Multatuli, Darwin, Freud, Hilenius, Chomsky, Desmond Morris, Homo Ludens. Lorez, e.v.a.