As the [al-Qaida terrorists] charged one wall, three Green Berets leaned over the parapets, oblivious to the enemy small-arms fire that was cracking by their heads and shoulders.
Focus, squeeze, focus, squeeze, they recited quietly. . . . Each time . . . the lifeless body [of an al-Qaida terrorist] would snap back through the desert air and drop onto the sandy courtyard.
The war in Afghanistan was the most secret conflict since the CIAs covert war in Laos; thousands of journalists covered it, yet, ironically, little is known about how it was waged or what really happened--until now.
The Hunt for bin Laden plunges the reader into Americas War on Terror, from the first top-secret meetings of TASK FORCE DAGGER in Tampa on the afternoon of September 11, 2001, through the liberation of Kabul sixty-two days later and the tragedies of OPERATION ANACONDA. The book takes the reader into the heat of battle--as seen through the eyes of the Green Berets on the ground. This is the story of how only a few hundred men, operating from a secret Special Forces base, changed the course of history in Central Asia and destroyed a hundred-thousand-man terrorist army in less than ninety days.
Action-packed and controversial, The Hunt for bin Laden is teeming with revelations and inside information. The truth about John Walker Lindh and Mike Spann, the failure of the conventional generals, the courage of the Northern Alliance, the wounding and murder of journalist, and the flaws and frustrations of the hunt for bin Laden himself.
In mid-December 2001, Robin Moore arrived in Afghanistan, where he joined his old friends, whom he had celebrated thirty-five years earlier in his book The Green Berets and who were now calling in airstrikes and fighting alongside the armies of the Northern Alliance against the terrorist al-Qaida and Taliban. In less than three winter months, about a hundred Green Berets accounted for the deaths of perhaps as many as forty thousand terrorists and the winning of a war in Afghanistan--where the Soviets had found fighting a war all but impossible.

Korte levensschetsen van zes medewerkers van Hitler.

Informatie in woord en beeld over de geschiedenis van het korps.

In March 1854 England declared war on Russia, launching one of the most unnecessary campaigns in history. A few weeks later, the finest army that had ever left these shores sailed from Portsmouth, gloriously clothed, splendidly confident - fated for destruction in the Crimea. Commander-in-chief of this army was Lord Raglan, a courageous and inspiring leader who, nevertheless, was soon to be pilloried by the press and abandoned by his government. With Lord Raglan as its central character, the book tells the curious story of the Crimean War as a whole with its mismanagement, rivalries, and horrors. The camp life in Turkey and Bulgaria, the landing of the Crimean shores, the charge of the Heavy and Light Brigades at Balaclava, the frantic, nightmarish battle in the mist at Inkerman, the long and desperate winter, the final assaults - all are described with the clarity, perception, and dramatic power for which Christopher Hibbert is rightly well known. In the words of Lord Birkenhead in his review in The Bookman of London, It is the great merit of THE DESTRUCTION OF LORD RAGLAN that the author, while observing impeccable scholarship throughout, has given us a work as gripping and terrible as the chapters on Borodino in WAR AND PEACE from which one rises charged with torturing emotions. Such is the vivid power of the narrative and so keen the author's visual sense that the reader feels he is present as the terrible battle of Alma is fought, and hears the screams on the scaling ladders at Sebastopol. Wonderful too, is his evocation of the scents and scenery of this strange land, excruciating his description of the suffering o the troops. Extensive research from masses of family and official papers, diaries, letters and reports from England, France and Russia result in a book of remarkable power and subtlety - exciting and thorough, authoritative and vivid. -- from dust jacket.

Mafeking, Colenso, Ladysmith and Spion Kop, battles won by the Boers against the might of the British Empire, still have a resonance a century on. The Great Boer War (1899-1902) pitted a sturdy, stubborn, hardy pioneer people against the arrogant self-confidence of Britain at the height of her power. It produced in almost equal measure extraordinary feats of personal heroism, unbelievable examples of folly and stupidity, and many incidents of humour and tragedy. It was the last romantic war.

WO II. Verbeten strijd om Warschau. 

De verbitterde gevechten tussen de oprukkende geallieerden en de vluchtende Duitsers in de zomerperiode van 1944 in Frankrijk

De Koninklijke Luchtmacht na de val van de Berlijnse Muur. O.a. over de vervanging van de F16, aanschaf helicopters, luchtverdediging, luchttransport, vredesoperaties, actief op de Balkan en Kosovo

Coca-Cola thuis, in het restaurant, op het werk, in de supermarkt, op de tv, in de film, in de kranten, op muren. Coca-Cola, de grootste sponsor van sportevenementen. Coca-Cola is overal. 120 jaar na de uitvinding wordt Coca-Cola 1 miljard keer per dag verkocht. 94 procent van de wereldbevolking kent het logo, er worden 7000 flesjes cola per seconde gedronken in 200 landen. Naast water is Coca-Cola het meest gedronken drankje ter wereld.
Maar de legende heeft een geheim gezicht, een verleden, dat nu openbaar wordt gemaakt. Een lastig onderzoek, omdat Coca-Cola haar eigen mythe in stand houdt en geen openheid van zaken geeft. William Reymond onderzocht ondanks de tegenwerking van het bedrijf de rol van Coca-Cola tijdens de Tweede Wereldoorlog en onthult het grote geheim van het bedrijf.

Dogfights in the sky, ruthless political maneuvers, legendary heroes of the air like Richthofen (the Red Baron) and Douglas Bader, this book combines all of these colorful, dramatic, and evocative accounts of the furious air conflicts that saved Britain from German invasion.

Het relaas van Nederlanders over hun bevrijding uit concentratiekampen en over hun tocht naar huis.

De belevenissen van een Britse militair na de torpedering van zijn transportschip in de Indische Oceaan begin 1942, voorzien van kritisch commentaar van C. van Heekeren.

Bij de geplande aanslag in Praag in 1942 op Reinhard Heydrich, hoofd van de Gestapo, loopt de spanning hoog op.

In De nazi’s geeft Laurence Rees een veelomvattend beeld van de gehele periode van het naziregime: de opkomst en ondergang van het Derde Rijk, de Tweede Wereldoorlog - met speciale aandacht voor de oorlog met de Sovjet-Unie - en de Holocaust. Daarbij baseert hij zich op de talloze gesprekken die hij de afgelopen twintig jaar voerde met voormalige nazi’s en hun slachtoffers.

Hij sprak mensen uit alle lagen van de samenleving en in alle gebieden die door de Duitsers waren bezet. Door de vele verhalen van ooggetuigen geeft De nazi’s meer dan enig ander boek inzicht in de nazipsyche, en laat het op directe en gedetailleerde wijze zien hoe het was om te leven onder Hitlers regime. Het resultaat is een bijzonder aangrijpend boek, dat net als Rees’ eerdere boek Auschwitz, beklijft door de menselijke invalshoek en doordat het zaken voorstelbaar maakt die het voorstellingsvermogen bijna te boven gaan.

Over de oorlog is veel geschreven, maar niet over wat zo'n oorlog doet met een mensenleven nadat men, zoals Berthe Meijer, als kind het concentratiekamp Bergen-Belsen heeft overleefd. Vijfenzestig jaar na de bevrijding kijkt ze terug op een turbulent leven dat vaak samenvalt met belangrijke historische gebeurtenissen. Ontroerend zijn haar herinneringen aan de familie Frank; Anne, Margot, en hun ouders. Haar relatie met Ischa Meijer en zijn liefde voor haar worden belicht in een nooit eerder gepubliceerd dagboek, dat hij haar naliet. Jeugd in een kindertehuis, zoektocht naar identiteit, huwelijk, moederschap, vriendschap met onder meer Gerard Reve, zoeken naar ontbrekende stukken uit haar verleden, tekenen het leven van een ondanks alles krachtige persoonlijkheid. Meijer beschrijft haar dynamische bestaan met een lichte, heldere pen, waardoor haar memoires zich laten lezen als een roman.

Autobiografie van een Cambodjaan die het gewelddadige regime van Pol Pot dat in 1975-1979 aan het bewind was, heeft overleefd.

Een 50-jarige man die met een onverwerkt trauma worstelt ten gevolge van de dood van zijn vader in een concentratiekamp. sluit vriendschap met een briljante bioloog in wie hij zijn meerdere erkent met alle dramatische gevolgen vandien. Het boek begint op 14 mei 1940 in Rotterdam.

In dit boek beschrijft Regina Grüter de geschiedenis van het Nederlandse Rode Kruis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat waren de prioriteiten van de organisatie en het in mei 1940 opgerichte Londense Comité van het Nederlandse Rode Kruis? Hoe bemoeilijkten de bepalingen van de geallieerden de hulpverlening? En wat ging er wel goed? Lokale Rode Kruisafdelingen en -vrijwilligers zetten zich met gevaar voor eigen leven in voor slachtoffers van de bombardementen en de heftige eindstrijd. Zo hing het succes van de organisatie als geheel af van individuele initiatieven, persoonlijke moed en vindingrijkheid. Pas in 2005 erkende het Rode Kruis dat het in de tweede Wereldoorlog weinig tot niets heeft gedaan om de joodse gemeenschap te helpen.

Gevoelens en ervaringen van een joodse kleuter, die tijdens de Tweede Wereldoorlog met zijn ouders enkele jaren in een concentratiekamp doorbrengt.

Weinreb (1910-1988), a Jew, was born in Lvov; his family fled to the Netherlands during World War I. He became an economist and senior staff member of the Nederlands Economisch Instituut. At the time of the Nazi occupation, he had a wife and two daughters. In November 1941, Weinreb lost his job due to the anti-Jewish measures. He then started an emigration swindle, telling Jews in distress that he had permission from the Nazis to organize Jewish emigration to unoccupied France and Portugal; he charged 100 guilders per adult. The Nazis arrested him in September 1942; after three days he was freed. He then became an informer for the Nazis. After the liberation he was accused of betrayal and arrested; he was sentenced to six years in prison, but was released after two months. In the 1950s, he was appointed professor of economics in Jakarta, and then in Ankara. He was involved in scandals relating to Dutch-Indonesian politics and false representation of himself as a gynecologist. However, he developed a following due to his charismatic personality, and became a type of "guru". In the 1960s a furor arose in the Netherlands as to whether Weinreb was a wartime hero (as he described himself in his memoirs) or a collaborator. In 1976, after a thorough investigation, the RIOD published a report concluding that he was a liar and a swindler, and that his collaboration with the Germans had resulted in 70 deaths. Examines Weinreb's life and personality - his fantasies, deceit and credibility - and his interaction with the groups he dealt with - the persecuted, his defenders, civil servants, his "patients", and the social critics.

Leven en vechten met SEAL TEAM SIX de beste soldaten ter wereld

De vervolging van de Joden maakte slachtoffers in iedere stad en ieder dorp. Iedereen die de jaren van de vervolging heeft meegemaakt kan ervan getuigen. Ook degenen die daarna geboren zijn kennen de verhalen en beelden van de vervolging van de Joden. De herinnering aan de Jodenvervolging is sinds 1945 een centraal maar ook omstreden bestanddeel van de Nederlandse cultuur geworden. In 'Na de ondergang' beschrijft Ido de Haan hoe de herinnering in het openbare leven vorm heeft gekregen. Hij laat zien dat de overlevende Joden zelf weinig invloed hadden op de manier waarop hun lot herinnerd werd. De vervolging had een kloof tussen Joden en niet-Joden teweeg gebracht, die nauwelijks meer viel te overbruggen. Toch had de herinnering aan de Jodenvervolging na 1945 steeds een belangrijke plaats in het publieke debat, omdat die herinnering werd gebruikt als wapen in de politieke strijd. Pas met de steun van de psychiatrie kregen na 1970 de slachtoffers van de Jodenvervolging zelf meer gehoor.

De oorlog in Irak is Amerika’s duurste strijd sinds de Tweede Wereldoorlog. Voor de oorlog werden de kosten op ongeveer 50 miljard dollar geraamd, maar Amerika heeft inmiddels bijna 3 biljoen uitgegeven en honderden miljarden aan rekeningen staan nog open. Dit is inclusief de schrikbarende kosten voor de duizenden gehandicapte veteranen, voor hun voorzieningen en gezondheidszorg. Bovendien loopt de meter nog steeds. Aan de hand van de feiten laten Stiglitz en Bilmes zien hoe de financiële, economische en sociale gevolgen van de Amerikaanse betrokkenheid in Irak begrepen moeten worden, en wat de mogelijkheden zijn om door te gaan in de nasleep van deze oorlog. Nog belangrijker zijn hun adviezen die verbetering beloven. Helder uiteengezet terwijl de details verontrustend zijn, is De oorlog van 3 biljoen dollar een boek dat het internationale debat over Irak en oorlog voorgoed verandert. ‘Negen miljoen Amerikaanse kinderen verzekeren tegen ziektekosten? Anderhalve week Irak.’ Rutger van der Hoeven, Groene Amsterdammer